Soms mag je verhaal even sudderen

Sommige gerechten moet je even zachtjes laten koken om de smaak goed tot zijn recht te laten komen.

Dat kan met verhalen ook gebeuren. Er zijn verhalen die wat suddertijd nodig hebben. Die je even opzij moet leggen (dagen, weken, soms zelfs maanden). Als je ze dan weer oppakt, zie je ineens geen losse ingrediënten meer, maar een heus gerecht.

Als je een verhaal laat sudderen, wil dat niet zeggen dat je het helemaal moet loslaten. Je kunt er uiteraard prima over nadenken. Of juist niet; ook dat gebeurt, dat je een verhaal weglegt en het compleet vergeet totdat je het dus weer oppakt.

Voor mij is ‘sudderen’ van toepassing op verhalen waar ik wel degelijk aan blijf denken. Ik houd dus het vuur onder de pan aan, in gedachten, zou je kunnen zeggen.

Wat kan sudderen opleveren?

  • Een andere aanpak. Doordat je het verhaal grotendeels loslaat, kan je ineens die andere mogelijkheid zien. Een andere chronologie, andere aanpak van je personages, een manier om je rode draad beter zichtbaar te maken.
  • Rust in je eigen hoofd. Dit klinkt misschien een tikje zweverig, maar soms zit je zó dicht op je eigen verhaal, dat je in een soort constante ‘overdrive’ bent gerold. En daardoor zie je niet meer wat je in je pan hebt liggen. Die rust kan al reden genoeg zijn om een sudderpauze in te lassen.
  • Afstand. Doordat je wat meer afstand neemt, zie je het grote geheel makkelijker.
  • Nieuwe inzichten. Als je fris en fruitig weer je verhaal oppakt, kom je vaak tot nieuwe ontdekkingen.

Laat jij je verhaal weleens sudderen? Waarom wel of juist niet?

Kleine oefening: pak eens een oud verhaal. Kijk er kritisch naar. Zou je nu dingen anders aanpakken? Wat zou je dan anders doen? En waarom? En wat zou je exact hetzelfde doen?