Schrijversleven: burn-out

Misschien is het je opgevallen: er komen minder nieuwsbrieven, ik ben minder vaak actief op de socials en ook op deze website is het niet extreem druk. De korte reden daarvoor is niet zo fijn: ik zit midden in een burn-out.

Hoe dan? Je deelt toch je eigen tijd in?

Ah, de zegen en de vloek van het bestaan als onafhankelijk auteur. Ik begon ooit met schrijven voordat Facebook een ding was, kun je nagaan. Dat is al even geleden. Ik raakte eraan gewend om dagen te maken waarbij ik 2.000 tot 5.000 woorden per dag met gemak aantikte en af en toe maakte ik een uitschieter die richting de 10.000 woorden op een dag ging. Tussendoor las ik veel boeken. Later ging ik de vertaalopleiding volgen, ik kreeg een dochter, ik ging meer proeflezen, ik ging redigeren, ik ging vertalen… en zo ging dat door.

En zo was ik net een sneeuwbal en werk was de sneeuw die zich steeds meer aan mij vast ging plakken. Schrijven werd ‘schrijven en studeren’. Later werd dat schrijven, proeflezen, studeren, redigeren, vertalen, research doen, huishouden draaien, lezen, administratie bijhouden, boeken opmaken… etc. etc.

Zoals de huisarts het heel leuk zei: ik ging de afgelopen tijd vrolijk door op het tempo van een 20-jarige. Maar dat klopte eigenlijk niet, want toen ik 20 jaar was, had ik lang niet zoveel te doen… Ik deel inderdaad mijn eigen tijd in, maar daarbij vergat ik (stelselmatig) dat een dag écht nog steeds maar 24 uur heeft. En geen 72.

Wat? Hoe? Hoelang al?

Zullen we het ‘hoelang’ maar houden op ‘al een poosje’. Begin dit jaar wilde het allemaal niet zo vlotten, de boel begon op te stropen. Ik ploeterde dapper voort, want ach, zo erg is het allemaal niet. Een opsomming van de symptomen:

  • Concentratieproblemen
  • Duizelingen/zwarte vlekken zien
  • Slapeloosheid (nog erger dan anders)
  • Moe
  • ERG moe
  • HEEL ERG MOE
  • Prikkelbaar
  • Gebrek aan emoties
  • Constant overal achteraan hobbelen
  • Hoofdpijn/migraine
  • Benauwdheid
  • Futloos
  • Vage pijntjes zonder oorzaak

Uiteindelijk lag ik vaak om half elf ’s ochtends al weer zo ongeveer te slapen. Dat was mei/juni van 2024. En tóén dacht ik dus: misschien wordt het eens tijd om naar de huisarts te gaan.

Een bloedonderzoek (kerngezond) en een gesprek met de huisarts verder, kwam er een doorverwijzing naar de POH (psycholoog) van de huisartsenpraktijk. En er kwam een zomervakantie. Wat ik in de zomervakantie heb gedaan? Slapen, naar het strand gaan, slapen, uitrusten, voor me uit staren en af en toe iets luchtigs lezen (een tijdschrift). Met moeite las ik soms wat in een boek. Dat was al heel wat.

Het is inmiddels december…

Scherp opgemerkt! We zijn nu weer een half jaar verder. Het gaat inmiddels iets beter. Met de nadruk op ‘iets’, want te hard van stapel lopen is onmogelijk. Ik ben zoekende naar een balans tussen rust nemen, huishoudelijke klusjes, schrijven en andere bezigheden.

Ik kan weer lezen (maar niet te veel).

Ik kan weer schrijven (maar niet te veel).

Ik kan weer redigeren (maar niet te veel).

En zo kan alles wel weer, maar je raadt het al: niet te veel. Rustig aan. Héél rustig aan.

Als je een burn-out hebt (gehad) dan weet je dat de grootste naaistreek je wordt geleverd door je eigen lichaam. ‘Bezig zijn’ voelt namelijk comfortabeler dan ‘rust nemen’. (Zolang je bezig bent, voel je de vermoeidheid niet!) De klap komt naderhand pas. De duizelingen die ik had, kwamen nooit/zelden terwijl ik echt iets spannends aan het doen was. Nee, meestal dook dat op juist als ik klaar was met een klusje. Je wordt niet moe terwijl je bezig bent. Nee, je bent moe als je ’s ochtends opstaat, je bent de hele dag door moe en eigenlijk voel je je ’s avonds juist weer een klein beetje beter. En zo zijn er meer dingen die achterstevoren lijken of waarvan je denkt: hoe dan! Althans: dat was voor mij zo. Niet elke burn-out is hetzelfde. Daarbij hoort ook dat niet elk herstel hetzelfde gaat.

En nu?

Kijk, als je jarenlang dagen achter elkaar duizenden woorden per dag kunt schrijven, dan bouw je een leuke voorraad op. En ja, inmiddels is het december. We zijn wat maanden verder. Intussen kan ik weer zonder problemen een hele vergadering volgen, heb ik genoeg concentratie om een korte tekst te redigeren en kan ik prima een stukje schrijven (zoals deze blogpost). De boeken die ik aangekondigd heb, kan ik gewoon publiceren. Dat lukt. Dus geen man overboord, er zijn genoeg dingen die ‘gewoon’ doorlopen.

Maar…

Maar.

Normaal krijg je een burn-out en ben je een poosje uitgeschakeld van je werk, maar ik WERK THUIS. De plek waar ik uitrust, is ook de plek waar ik werk. Ik doe alleen maar dingen die ik leuk vind, maar dat is juist een valkuil: dan hou je niet zo snel op, want je vindt het leuk! En je trekt dus niet om 17:00 uur de deur achter je dicht, want ach, je kan nog even doortypen… Komt er iets tussendoor? Ach joh, ik deel toch mijn eigen tijd in…

Een goede planning om niet te veel te doen

Normaal plan je om dingen af te krijgen. Ik plan om te voorkomen dat ik te veel tegelijk ga doen. Er zijn enkele projecten/opdrachten op mijn pad gekomen die ik heb moeten afwijzen omdat ik op dit moment niet in staat ben om ze op te pakken. (En dat is ongelooflijk balen.)

Alles wat concentratie kost, kost energie.

Dat merkte ik héél sterk op het hoogtepunt (of dieptepunt) van de burn-out. OVERAL werd ik moe van. Een was in de wasmachine doen? Moe. Puzzelen? Moe. Lezen? Moe, na anderhalve pagina al. E-mail checken, boodschappen doen, journallen, tv-kijken (oef, dat is echt een energieslurper trouwens), de vaatwasser uitruimen, socials checken… álles wat ook maar ergens een flinter concentratie vergt, kost energie en als je energieniveau onder het nulpunt ligt, word je dus automatisch overal doodmoe van. Ik heb heel wat dutjes tussendoor gedaan.

Ik ga niet proberen terug te keren in mijn oude werkritme, want zo ben ik in deze penarie verzeild geraakt. De kunst is om een nieuw werkritme te vinden. Sommige dingen heb ik definitief stopgezet (zo zal ik niet meer vertalen) en andere dingen zal ik op een lager, minder Spartaans tempo moeten doen. Voorlopig is het echter zo dat ik stomweg niet elke dag volop kan gaan zitten werken – en dat zal nog wel even zo blijven.

Wat betekent dat?

Dat betekent, zoals je hebt gemerkt, dat ik een aantal zaken wat minder aandacht geef, zodat ik die energie ergens anders kan gebruiken. Concreet:

  • Socials (Facebook, Instagram) staan op een lager pitje. Ik ben er wel, ik post af en toe. Niet heel vaak.
  • Publicatie van boeken gaat door. Ik heb een ruime planning die heel goed haalbaar is, ook in mijn huidige werktempo.
  • Beurzen gaan door. Een beursdag vind ik heerlijk: even nergens anders aan denken dan aan die dag.
  • Grote redactieprojecten kan ik momenteel niet aannemen.
  • Korte verhalen kan ik wel redigeren.
  • Nieuwsbrieven zijn er (zoals je hebt gemerkt) minder vaak, maar ze komen wel af en toe.

Relax, het komt wel goed

Nu ik zo langzaamaan weer uit deze kleine schrijvershel tevoorschijn kruip (nauwelijks kunnen lezen en schrijven is echt verschrikkelijk) vond ik het tijd om maar eens te melden waarom je mij de laatste tijd dus zo weinig ziet.

Het goede nieuws is: het komt wel goed. Het gaat allemaal al wat beter, ik vind een nieuw ritme en als je mijn schrijfwerk leuk vindt, heb je niets te vrezen, want dat wordt gewoon gepubliceerd.

Het slechte nieuws is natuurlijk dat dit nog wel even duurt. Hoelang? Geen idee. Het kan makkelijk nog een jaar duren voordat ik weer fulltime aan de slag kan. Maar dan wel fulltime met meer pauzes en rust tussendoor dan voorheen, want ik wil dit niet nog een keer doen.

Meer lezen over burn-out?

Wil je meer lezen over wat een burn-out kan betekenen? Kijk dan eens hier: https://kakikhebeenburnout.nl/
Dit is een blog waar ik heel veel herkenbaars op ben tegengekomen.

Dit werd een langer stuk dan ik had verwacht, trouwens. Wil je nóg meer weten of heb je vragen, neem dan contact met me op. Het kan zijn dat ik er een dagje langer over doe om te reageren, maar over het algemeen reageer ik vrij snel.